Een asbestattest is een cruciaal document bij de verkoop van gebouwen of woningen die voor 2001 zijn gebouwd. Het doel van dit attest is om potentiële kopers volledig te informeren over de aanwezigheid van asbest in het gebouw en hen te voorzien van deskundig advies over hoe hiermee om te gaan. Asbest werd vroeger veel gebruikt in de bouwsector en kan ernstige gezondheidsrisico's met zich meebrengen, waaronder longkanker en andere ademhalingsproblemen.
Een gekwalificeerde en geregistreerde asbestdeskundige stelt het asbestattest op. Het document bevat de volgende informatie:
Asbest vormt niet alleen een gezondheidsrisico, maar kan ook van invloed zijn op de waarde van een gebouw. Kopers kunnen rekening houden met de kosten en inspanningen die nodig zijn om met asbest om te gaan bij hun aankoopbeslissing. Het asbestattest biedt transparantie en helpt kopers weloverwogen keuzes te maken.
Bij de verkoop van een oudere woning is het essentieel om een asbestattest te verkrijgen om wettelijke vereisten na te leven en de veiligheid van toekomstige bewoners te waarborgen.
De asbestdeskundige voert een asbestinventarisatie uit door het raadplegen van relevante, bruikbare documenten en vooral het uitvoeren van een niet-destructieve inspectie ter plaatse. Standaard gaat het om een niet-destructieve inventarisatie. De asbestdeskundige moet hiervoor geen zaken demonteren of afbreken om ingesloten materiaal op te sporen; hij moet wel zaken opheffen. Het kan wel zijn dat hij lokaal, kleine beschadigingen aanbrengt om een monster te kunnen nemen voor labo-analyse.
Tijdens de inspectie inventariseert de asbestdeskundige op die manier de asbestverdachte materialen, beoordeelt hun toestand en het risico dat er van uitgaat. Hij geeft advies over de asbestverdachte materialen die best weggenomen moeten worden, hoe in afwachting hiervan het risico beheerd kan worden en wat de mogelijke verwijderingsmethodiek is.
De data van de inventarisatie worden rechtstreeks ingevoerd in de asbestinventarisatiedatabank. Op die manier kan de asbestdeskundige een asbestattest opmaken en bezorgen aan de opdrachtgever.
Met de ondertekening van een opdrachtformulier geeft de opdrachtgever aan de procesgecertificeerde asbestdeskundige de opdracht om voor het betrokken inspectiegebied een asbestinventaris op te stellen om een asbestinventarisattest te bekomen. Het opdrachtformulier wordt deels ingevuld door de eigenaar en deels door de asbestdeskundige. De asbestdeskundige staat de eigenaar bij indien hij vragen heeft.
Dit opdrachtformulier regelt enkel de verplichtingen van de opdrachtgever en de opdrachtnemer zoals ze zijn opgelegd het ‘Inspectieprotocol asbestinventarisatie’. Het is aan de partijen zelf om dit opdrachtenformulier aan te vullen met een bijkomende overeenkomst waarin zij alle andere onderlinge verplichtingen regelen. Door het ondertekenen van dit opdrachtformulier, gaat de opdrachtgever akkoord met de uitvoeringsmodaliteiten die in het opdrachtformulier beschreven zijn.
Verder is het bouwjaar van het gebouw zeer belangrijk, dit moet gestaafd worden met een officieel documenten bijvoorbeeld: plannen, kadastrale gegevens,...
Bezorg de asbestdeskundige belangrijke informatie over uw eigendom, bv. bouw- en verdiepingsplannen, bestaand asbestonderzoek, informatie over ingesloten asbest, informatie over beschermd erfgoed op uw eigendom, offertes of opleverattesten van renovatiewerken, historische foto’s, informatie over gebruikte bouw- en isolatiematerialen.
De asbestdeskundige komt ter plaatse. Hij gaat na welke materialen asbest kunnen bevatten , deze materialen worden dan als asbestverdacht gezien.
De asbestdeskundige voert standaard een niet-destructief onderzoek uit. Hij zal geen elementen aan uw eigendom beschadigen of demonteren. Opheffen van loszittende materialen (bv. dakpannen) zal hij wel doen. Het normale gebruik van uw eigendom blijft gegarandeerd. Uw asbestattest vertelt iets over de asbestveiligheid van uw eigendom, bij dit normaal gebruik. Mogelijk bevat uw eigendom nog verdoken asbest dat niet werd opgenomen in uw asbestattest.
U kunt als eigenaar vrijwillig de opdracht geven om aanvullend destructief onderzoek te doen. Dit kan het geval zijn wanneer u bijvoorbeeld van plan bent om (een deel van) het gebouw te renoveren. In dit geval kan het zijn dat de asbestdeskundige monsters neemt waardoor materialen worden beschadigd of gedemonteerd. Het normale gebruik van het gebouw valt daardoor niet meer te garanderen.
Als werkgever kunt u ook vragen om aanvullend onderzoek te doen in functie van de werkgeversverplichtingen, (de jaarlijkse actualisatie van) de asbestinventaris die opgelegd wordt aan werkgevers om hun werknemers te beschermen.
De asbestdeskundige kan tijdens zijn bezoek stoten op onderzoeksbeperkingen, zoals:
Sommige beperkingen dienen eerst te worden opgelost vooraleer u een asbestattest kan ontvangen. Los daarom zoveel mogelijk onderzoeksbeperkingen op voorhand op. Zorg voor een veilige toegang tot alle te onderzoeken ruimtes. Open deuren, poorten, luiken, kasten (ook kleinere!). Vermijd contact met gevaarlijke dieren (hond, wespennest). Ruim opgeslagen materiaal op. Vermijd onveilige situaties zoals losliggende kabels of onder water gelopen kelders. Snoei waar relevant overwoekerende vegetatie (gevels, daken).
Voor de opmaak van een asbestinventaris moet de asbestdeskundige situeringsfoto’s en detailfoto’s nemen en opladen in de databank van OVAM. Het gaat om foto’s van (asbestverdachte) materialen, onderzoeksbeperkingen, overzichtsfoto’s per binnen- en buitenruimte en situationele verduidelijkingen.
De asbestdeskundige houdt rekening met de privacy van de gebruiker/bewoner, en zal zoveel mogelijk de volgende elementen vermijden op de fotoafbeelding:
De foto’s worden uitsluitend gebruikt in het kader van de asbestinventarisatie.
De gebruiker/bewoner kan zoveel mogelijks persoonlijke elementen verwijderen of verbergen vooraf aan het plaatsbezoek, zolang dit geen asbestverdachte materialen betreffen en zolang dit niet kan leiden tot onderzoeksbeperkingen.
Als de asbestdeskundige wil aantonen dat het asbestverdachte materiaal toch geen asbest bevat, zal hij een monster nemen. De monstername gebeurt onder de noemer van niet-destructief onderzoek op een veilige manier waarbij er geen bijkomende risico’s worden veroorzaakt voor het verdere normale gebruik van het gebouw.
De inherente schade bij een monstername blijft beperkt. De asbestdeskundige is niet verplicht het monsternamepunt esthetisch te herstellen en hiervoor de nodige (vul)materialen bij te hebben. Wenst u als eigenaar het monsternamepunt later te herstellen (opvullen, verven), dan moet u voorzichtig het materiaal dat werd gebruikt om de locatie duurzaam in te kapselen, verwijderen met bevochtiging. Vraag aan de asbestdeskundige hierover de nodige informatie.
Als een asbestdeskundige geen monster kan of mag nemen van asbestverdacht materiaal, wordt het automatisch beschouwd als asbesthoudend.
Het is mogelijk dat de asbestdeskundige moet wachten op de resultaten van het labo en dus niet meteen de inventarisatie kan voltooien.
De asbestdeskundige voert alle gegevens in op een digitale databank van OVAM. Vervolgens vraagt hij een asbestattest aan bij OVAM. Na ontvangst, bezorgt hij het asbestattest aan u. U hoeft dus niet zelf een attest aan te vragen.
Neem contact met ons op via celine_debusschere@outlook.com als je het antwoord op je vraag niet kunt vinden.
Vanaf 23 november 2022 heeft u een asbestattest nodig bij de verkoop van een pand dat is gebouwd voor 2001. De inhoud van het attest moet bekend gemaakt worden aan de koper van het pand bij het ondertekenen van het compromis. In de praktijk zullen kopers op voorhand al een kopie van het asbestattest opvragen, bijvoorbeeld bij een kijkdag.
Voor de gemeenschappelijke delen van gebouwen, gaat de verplichting pas in op 1 mei 2025.
Vanaf 2032 moet elke eigenaar van een pand dat gebouwd is voor 2001 beschikken over een asbestattest.
Als verhuurder van een pand dat gebouwd is voor 2001 moet u pas in 2032 beschikken over een asbestattest. Beschikt u al sneller over een asbestattest? Dan moet u van zodra u beschikt over een asbestattest, een kopie van het attest overhandigen aan uw (nieuwe) huurder.
Op 22 april 2022 zijn de ministeriële besluiten die nodig zijn om het asbestattest van start te laten gaan gepubliceerd. De invoering van het asbestattest treedt zeven maanden na deze publicatie in werking. De verplichting geldt voor elke overdracht waarvan het compromis of de verkoopsovereenkomst ondertekend wordt vanaf 23 november 2022.
Voor de gemeenschappelijke delen van panden gaat de verplichting pas in op 1 mei 2025.
Het feit dat iemand een pand verhuurt, houdt op zich geen verplichting in om een asbestattest op te stellen. Tegen 2032 moet wel elke eigenaar van een gebouw van voor 2001 beschikken over een asbestattest.
Als verhuurder van een pand dat gebouwd is voor 2001 moet u pas in 2032 beschikken over een asbestattest. Beschikt u al sneller over een asbestattest? Dan moet u van zodra u beschikt over een asbestattest een kopie van het attest overhandigen aan uw (nieuwe) huurder.
Het is verplicht om een asbestattest te hebben bij een "overdracht onder levenden".
Wat valt onder een overdracht onder levenden:
Wat valt niet onder een overdracht onder levenden:
Het attest informeert u over gezondheidsrisico’s door asbest in een woning of gebouw. Die risico’s hangen onder meer af van de toestand van het asbestmateriaal. Omdat de toestand van asbestmaterialen en een gebouw kan wijzigen heeft het asbestattest een geldigheidsduur.
De standaard geldigheidstermijn van een asbestattest is tien jaar.
In sommige gevallen kan een kortere geldigheidstermijn toegekend worden. Dat is het geval wanneer er een beperking was tijdens het onderzoek, waardoor de asbestdeskundige niet het ganse inspectiegebied heeft kunnen onderzoeken. Als er in het gebouw asbesthoudende materialen aanwezig zijn die een hoog risico inhouden, is de geldigheidstermijn beperkt tot 5 jaar.
De geldigheidsduur is enkel van belang bij een overdracht. Tegen 2032 moet elke eigenaar van een pand van voor 2001 over een asbestattest beschikken. Om aan deze verplichting te voldoen volstaat ook een asbestattest waarvan de geldigheidsduur is verstreken.
Een asbestattest is niet meer geldig als:
Bij gewijzigde situaties kan een nieuw asbestattest nodig zijn. Er moet een nieuw attest opgesteld worden binnen het jaar na de vaststelling van:
Bij de verkoop of overdracht van een gebouw moet de eigenaar over een asbestinventaris beschikken in de vorm van een asbestattest. Een andere vorm van asbestinventaris is niet geldig.
De opmaak van een asbestattest wordt standaard uitgevoerd via een niet-destructief onderzoek.
Indien er een gebouw overgedragen wordt met het oog op sloop of renovatie, kan de gecertificeerde asbestdeskundige toch een destructieve inventarisatie uitvoeren voor de opmaak van een asbestattest, waarmee die tegelijk ook de inventaris voor sloop of renovatie maakt.
De eigenaar geeft hiertoe opdracht aan de gecertificeerde asbestdeskundige, via het opdrachtformulier. Hij geeft daarbij aan dat hij bijkomend een destructief onderzoek wil laten uitvoeren.
De OVAM kan perfect een geldig asbestattest afleveren op basis van een destructief uitgevoerde asbestinventarisatie. Dit asbestattest is dan ineens voor de aannemer voldoende om mee aan de slag te gaan. Die hoeft dan geen kosten meer aan te rekenen voor bijkomend destructief onderzoek.
De gegevens uit een al bestaande destructieve asbestinventaris kunnen ook perfect meegenomen worden bij de opmaak van een asbestattest. De gecertificeerde asbestdeskundige moet dan nagaan of het onderzoek gebeurde volgens de regels van het Inspectieprotocol, moet sowieso een plaatsbezoek uitvoeren en moet de verzamelde gegevens in de inventarisdatabank plaatsen.
De Vlaamse Regering koos ervoor in het kader van het actieplan Valanderen asbestveilig tegen 2040 een informatieplicht en een beheersplicht in te voeren. Het asbestattest vervult de informatieplicht. Het asbestattest geeft aan welke acties u moet nemen om een asbestveilige toestand van een gebouw te bekomen.
Het behalen van een asbestveilige toestand is niet verplicht voor niet-publieke gebouwen (zoals woningen). Voor publieke gebouwen is dat wel verplicht. De deadlines voor verwijdering bij publieke gebouwen worden ook vermeld in het asbestattest. Afhankelijk van het risico op asbestvezelblootstelling dat uitgaat van het asbestmateriaal, staat aangegeven of de maatregel dringend is of niet.
De Vlaamse milieuwetgeving legt op dat iedereen die asbestmaterialen beheert, maatregelen moet nemen als er risico’s zijn op het vrijkomen van asbestvezels in de omgeving (beheerplicht). Om gezondheidsrisico's te vermijden en asbestmaterialen correct te beheren, is het dus verstandig de acties vermeld in het asbestattest uit te voeren wanneer het kan. Als eigenaar kunt u ervoor kiezen om werken uit te voeren in functie van onder meer de beschikbare middelen, de risico’s en de planning van andere renovatiewerken.
Enkel gecertificeerde asbestdeskundigen inventarisatie zullen de inventarisaties kunnen uitvoeren voor het asbestattest. De deskundige moet gecertificeerd zijn door een door de OVAM erkende certificatie-instelling asbest.
Een asbestdeskundige is niet verplicht om monsters te nemen en een eigenaar mag ervoor kiezen om dat te weigeren. De consequentie is wel dat de asbestdeskundige het materiaal dan als “asbestverdacht” opneemt in het asbestattest. De wetgeving stelt dat een asbestverdacht materiaal als asbesthoudend moet worden beschouwd, tenzij een labo-analyse aantoont dat het geen asbest bevat. Voor sommige asbestverdachte materialen is het uitsluiten van het asbesthoudende karakter met het blote oog niet mogelijk. In dat geval zal de asbestdeskundigen een monster willen nemen voor labo-analyse. Dat staat beschreven in het inspectieprotocol dat vastgelegd is in een ministerieel besluit. Doet de asbestdeskundige dit niet dan rapporteert hij/zij het materiaal als asbestverdacht.
Op basis van de ervaring van asbestdeskundigen die sinds 1995 asbestinventarissen opmaken voor werkgevers, blijkt ook in gebouwen tot bouwjaar 2000 de kans aanwezig op het aantreffen van asbesthoudend pleisterwerk. De monstername is dan een steekproef om de aanwezigheid van asbest vast te stellen. In een woning neemt de asbestdeskundige minstens 1 mengmonster van de wanden en 1 van de plafonds. Voor zo’n mengmonster maakt hij 3 tot 5 boringen van circa 1 cm diameter. In samenspraak met de eigenaar doet de asbestdeskundige dit op weinig zichtbare plaatsen. Hi/zij moet deze boorgaten ook veilig achterlaten door te fixeren of af te plakken. De boorgaten zijn eenvoudig te herstellen met vulpasta voor pleisterwerken. Dit is evenwel geen verplichting voor de asbestdeskundige zelf.